Presse- papier
Door mijn gewicht kan ik niet zweven,
zo ga ik gedwee door het leven.
Ik ben ijdel en graag benijd,
alle dagen heb ik zeeën van tijd.
In mijn buik zit van alles,
luchtbellen, kleuren en bloemen.
Ze nemen me voorzichtig op,
ik ben mooi, dat is top.
Ze verzamelen me ook
dan sta ik te pronken achter glas.
Van stof moet ik hoesten.
Gelukkig kan ik niet roesten.
Laat me zeker niet vallen,
Daar heb ik schrik van,
breek dan in duizend stukken
bij zo’n ongelukken.
Ik zie er stoer uit,
maar mijn hart is broos.
Ach, jij bent het die mij koos
zie je ik bloos.
Claire Vanfleteren ©