in het bos waar lichtschijnen dansen
waar zonnestralen het al bewegende vertalen
daar begon jij verwonderd te kijken
de stammen stoere eiken
en op dorachtige bladergrond
speelde lichtkransen een verhaal in het rond
prachtig om zien
mooi om te kijken
twee merels zongen om hun standplaats te ijken
jij begon het te begrijpen
de grond
het licht
hun bladerrijken
de ene werd alt de ander sopraan
en de zon beharpte het bewegend verhaal
takken geveeg en windgefluister
jouw oren hoorde het
bosgeluister
en beelden werden als woorden
een opkomende symphony