Ik loop maar,...
Lach maar, Wacht maar...
Loop naar,...
Onzin zonder zicht.
Ik...
Ik... Vlecht onzichtbaar
echte mensen,
die voorzichtig in elkaar
verstrengeld raken,
mij niet meer dan...
Minder volle meren,
waar de maan zijn
schijnbaar evenbeeld...
Op mijn,
verdrinken reflecteerd...
Ik verbeeld mij, maar...
Ik wil,...
Ik wil niet meer,
maar zwem,... Zwem zwaar,
door water, drassig zand.
Naar oevers, kade,...
Overkant, raakt wal nog net niet.
Nergens weer gezien...
Ik vlecht...
Vlecht onzichtbaar,
transparante echte mensen...
Zo doorzichtig als de glazen,
bellen blaas maar... Maak.
De stuk gespatte dromen waar
Maar waar?...
waarom? Waarom vraag ik...
waarom?
Als er toch nooit iemand is...
Echt niemand,...
Niemand die mij echt,
wil zien....