hoe graag ik oude dichters lees
in middernachtelijke uren
wanneer het buiten stil is
zij mij een zee brengen
zeggen: daar zijn golven
kijk hoe meeuwen
over de toekomst lachen
hun geschreeuw als van een viswijf
die licht vergeet in het duister
zij laten mij opnieuw ademen
dragen verlatenheid naar het water
en ik verlies niets wanneer ik ga
laat wel iets na