Een strafcel kaal en leeg
strooien matras, houten stoel
een leeg bord, water ernaast
stenen muren, klam gevoel
op de stoel een vrouw
rode sneden in het gezicht
lijdend en hopeloos opkijkend
naar een raam zonder uitzicht
Voor haar een masker
zwarte kleding en een pook
duistere ogen kijken haar aan
het harde metaal gloeiend rood
De geur van brandend vlees
de schreeuw van pijn en verdriet
De Inquesiteur is wreed
gevoel van medelijden kent hij niet
De verzwakking, het einde nabij
slap in de stoel zit ze daar
haar vlees net een hoop rode klei
Haar erkenning red haar
Alles wat hij wilde was haar liefde
zijn liefde is wat hij haar bood
Uiteindelijk gekregen wat hij wilde
Zijn liefde werd haar dood