Tijdloze schoonheid in een ongerept stadsplatteland
De wind jaagt donkere wolken plots over de velden
Het begint te regenen, harder en harder
Op zoek naar een plek om te schuilen noodt ons de overkant
Daar, achter het hekje
Onder de dicht bebladerde bomen vinden wij een plekje
Tussen het hoge gras en de boterbloemen zitten we naast elkaar
We raken niet uitgepraat, jij rookt een sigaret met een sexy gebaar
Het is in het hier en nu dat de aantrekking tussen ons tastbaar is
Hoe kan het dat jij hier naast me zit en ik je toch zo mis?
De zon speelt een spelletje met de regen, bloemen glanzen geel in het gras
Kwam hier maar nooit een einde aan, dit is hoe ik zou willen dat het altijd was
Je neemt een hap uit de rood glanzende appel en geeft hem dan aan mij
Neem ik hem aan, deze verboden vrucht, of gaat deze kans voorbij?