Ogen
Nauwelijks besef je
deze gave
die heel de wereld openstelt
je doet genieten
van het schone
al kijkend sta je vaak versteld.
Wat mist een blinde?
Niet te vatten
als je bewust zo rond je kijkt
dat dan slechts
tastbaar op je pad ligt
de ander alleen daardoor bereikt.
Toch kent ons zien
meerdere kanten
die blik vol liefde, troost, geluk
die warm de blik
vangt van de ander
immer blijft stralen, ook bij druk.
Maar ook de wreedheid
los van ontferming
die de ander ziet als materiaal
tot lust, gebruik
hem te behagen
koud , hard ook, als het kille staal.
Dat onze ogen
daartoe dienen
om uit het al dat ons omringt
dat moois te screenen
uit te delen
als melodie die volheid zingt.
Die als een
diamant zo ogen
dat ’t al zich spreidt in fraaie kleur
zo ook de waarde
van het zien dus
ontluiken doet als bloemengeur.
Th.