Iedereen is kind van zijn tijd
op dat moment meestal
niet mondig noch rijp
in de gegeven omstandigheden
verstandige beslissingen te nemen,
zelfs al had je de keuze ertoe
iets over te doen,
trap je allicht opnieuw
min op meer in dezelfde kuil,
some face before,
die je deed herinneren aan
'n actrice in een film van de jaren tachtig
of 'n videoclip op een flitsend scherm,
heel vluchtig en jachtig,
toen 't laatste kledingstuk routinematig
geluidloos als 'n regendruppel op de grond viel,
de cijfers op d'horloge
van 'n vreemd levenswiel
digitaal de minuten aanwezen van 't ogenblik
waarop geen weg meer terug was
bij 't zien van
dat kunstig beeld vol weelderige vormen
in 't emotioneel geheugen
voortaan gebeiteld als steen,
haar stille stem als in 'n hypnose
die me gebood en leidde als 'n idioot
green meadows, I shall not want
van zinnen ontbloot en redelijk verstand,
spartelend als 'n nietig insekt
in de schakel van je voedselpyramide,
kortstondig schuimend cyanide
over de streep heen en vreet,
niet langer bang voor de dood
ga 'k heelhuids in je op
kloppend hart, barstende kop,
petit mort, psychose,
de valse hoop
nadat je me helemaal hebt gesloopt,
je 'n beetje van me hield
toen je me haast stikkend,
boven de doopvont
met je geveinste passie
hebt gedoopt.