't Begint al van over de 'schreve in 't Fransche'
waar men spreekt van 'n stuk in zijn voeten ...
te borrelen uit de grond gelijk klein Pierke,
om te groeien en krinkelen
als 'n regenworm op droog zand,
tegen dat in 't Vlaamse belandt
opgeblazen als 'n Bourgondier
te wringen in meanders als 'n anaconda,
tussen Kortrijk en Lauwe,
Blanche ... 't is kieken weird,
op schoolreis zongen we,
'mein ne kjie naar Bissegem gewist',
Kortrijk dwars door de Broeltorens,
niet zo ver van de Groenighe Slag van 1302
anders spraken we zelfs geen vlaams maar frans,
hoe moet je dat aan Nederlanders diets maken
dat we toen tot in St Omaars
waar de Hertogen begraven liggen
éénzelfde taal, vlaams praatten ?
even verder waar Guido Gezelle
over 't krinkelende water schreef
met zijn kapotseke aan,
al die poten aan zijn lijf had,
verstand in zijn bol
werkte sinds de middeleeuwen
aan 't vlas van Stijn Streuvels,
rootbakken op de Golden River,
verre voorouders, kan je nagaan
hadden d'er paling in gevist
's winters herbergen opengehouden
pietjesbak, vogelpik, accordeon,
's zomers 's avonds in rijen zitten kouten
voor 't deurgat op een ieten stoel,
Kuurne, drie dagen stand tegen die overmacht
opdat den Engelsman kon ontschepen in Duinkerke
Harelbeke, 'd Ooste, 't Pareitteplein
't water kwam tot aan de vensterbank
van overgrootmoeder die achterwaringe was
't socialisme werd hier uitgevonden,
één mensen ketting voor mekaar,
luizen en ongeletterd, ben je mee ?
grootvader ging pinsen jagen in Ooigem
tientallen drenkelingen gered
tussen de schroeven
van die logge boten die men toen
nog trok met man en paard
langs 't jaagpad,
je kan er urenlang fietsen of wandelen,
Desselgem dat is een droef bescheid,
den Duits stak er de huizen in brand
van al wie dorst reppen of in opstand,
betonnen rootbakken staan er verlaten bij,
'k heb mijn jeugd versleten
bij Zulma Winters in Beveren Leie,
't vetgemest zwijn dat krijste,
vooraleer het de genadeslag op zijn kop kreeg,
bloedworst, saucissen, gezouten hespen
zelfs dikke darmen als rubber gekauwd
niets gaat van die speklap verloren,
goesting is koop zei mijn moeder,
honger is de beste smaak !
zoveel herinneringen aan dat water
dat blijft stromen ven Komen tot Gent
't is uitgediept, verproperd, afgeboord
de bruggen verhoogd, sluizen geautomatiseerd,
opdat zoals ooit 't weer 'n levensader wordt,
de vele pittoreske vrachtboten
die dag en nacht bevoorraden,
daar niet ver van die verraderlijke kanten
ben 'k geboren en wil 'k zijn
bij dat koppig, eigenzinnig nijverig volk
dwars in de zak zoals Hugo Claus
'd Oostakkerse gedichten en verdriet van Belgie
die dezelfde taal spreekt en mekaar kent
't is moeilijk te verstaan
tenzij je erin geboren bent
en die tale kent,
beseft dat die mistige rivier
die ons eigenlijk allemaal diep verbindt
heeft gehard en gevormd
ook samenhorigheid, welvaart,
en zoveel welzijn heeft gebracht !