Op de grens van licht en donker, van vol en leeg, van nabij en verder weg, geef ik je nog een laatste kus, vlinderlicht
Mijn lippen raken de jouwe vluchtig maar zacht
Dan trek ik de deur achter me dicht
In mijn zak de witte transparante gladde steen die je me gaf
Nog warm van de omhulling van je hand
Tussen ons is het nooit af
Zoveel gebeurd de laatste tijd en ik voel dat het moeilijk is het uit mijn herinnering te wissen
De sferen hangen nog om je heen, vergeten kan ik niet zo goed als vergeven
Wanneer je er niet bent zal ik je een beetje missen
Jouw immer bijzondere verschijning, je aparte manier van zijn
Je generositeit naar mij
En soms dat kantje dat me kan raken als geen ander, die afstand, die pijn