Waar was jij toen ik brak en mijn wereld verbrandde?
Toen ik gewond was en zwak en mijn leven strandde?
Jij bond je vast op wat jij wilde geloven
en zag niet in dat het jou zou beroven.
Omdat je geloofde in wat ze vertelde,
was je doof voor de dingen die ik je voorspelde.
De dingen die we droomden en de dingen die we deden,
behoren van nu af aan tot ons verleden.
De zaden van het leven en verandering zijn geplant.
Ik staar recht in de zon, die mijn inzicht verbrand.
Ik ga verloren in mijn gedachten en verloren in de tijd
en de reis door mijn gedachten duurt een eeuwigheid.
Dit onweerstaanbaar tijdverdrijf, verdrijft in mij de stilte
totdat ik eenzaam overblijf, gehuld in eigen kilte.
Het afscheid was klaar, tot het wachten begon
en ik steeds maar rechtdoor ging, rechtdoor in de zon.