Het warme water druppelde
op mijn koele lichaam.
De damp versmachtte mijn adem
en mijn bloed kolkte door mijn aders.
Mijn verbrandde geest liet me in de steek,
met een plof viel ik op de grond.
Ik was buiten bewustzijn,
mijn lichaam liet me in de steek.
Ik kon enkel op iemand anders rekenen,
want ik wist toen niet meer dat ik bestond.
Je kwam naar me toe,
keek effe naar mijn naakte lichaam,
je bedekte het en hield het voor jezelf,
en pas dan ging je hulp halen.
Maar alle hulp kwam te laat.
Mijn geest had mijn lichaam verlaten
en mijn lichaam kwam niet meer terug.
Je liet een luide schreeuw,
en wenste dat je dood was.
Even later
nam je mijn dode hand vast
en kuste het,
heel teder met je zachte rode lippen
op dat moment kolkte het bloed
weer door mijn aders
en liepen de tranen over mijn witte lichaam.
Ik was duizelig en stond op.
Zag een vreemde man voor me staan
en kuste hem teder op zijn lippen.
Ik wist wat hij voor mij had gedaan,
maar in mijn hersenen was alles weg,
ik was iemand anders,
de anderen hadden mij.
Alleen was ik nu van jou.