Zachtjes,
onbespied,
sluipend,
ronddwalend in een vreemd lichaam,
komt de dageraad met morgenrood.
Verbannen,
verjaagd,
beneveld,
kruipend in een binnenste,
opgezadeld met gewetensnood.
Gepijnigd,
vertrapt,
gemarteld,
afdalend met een versteende ziel,
de openbaring in verontruste twijfel afgezood.
Verlaten,
vergeten,
verzwegen,
Epifanie als straf ontnomen, waarbij
de diepte niet eens meer is te meten met een echolood.
Casper,
Melchior,
Balthasar,
verhulde liefde onbespreekbaar, zelfs de
verwekkers ontzegden het driekoningenbrood.
Angstvallend,
onnavolgbaar,
anoniem,
verbeten zwijgend in verdriet,
eenzaam uitkijkend naar de dood.