Tabernakel.
Houten kist
met goud bekleedt
daarin het recht op tafels geborgen
’t verzoendeksel
op genade geschoeid.
In Christus kwam een nieuwe morgen.
Liefde gebouwd
op waarlijk recht
verzoende schuld in bloed gestoken
gesjouwd door
hitte , brandend zand,
in ’t zijn van thans ondergedoken.
Het werd een kruis
Verdane straf
waar recht het onrecht heeft gedragen
tot volkomen gena
voor iedereen
Hemel vol van welbehagen.
Ontmoetingsplaats
tussen mens en God.
Verzoening nu in Hem verkregen
de tabernakel
is niet meer
Gods Zoon is eenmaal opgestegen.
’t Verzoendeksel
in goud gebonden
heeft nu in Christus vorm gevonden.
Hij is het die
mijn woorden hoort
Hij droeg en draagt nu onze zonden.
th