er bestaat een tegenvlakte zonder uitgaand verkeer,
een regenlandschap zonder schaduw van wolken
waar zullen we heen gaan?
de wegen liggen open, rivieren onaangetast
brood zonder tastbare honger, een maag,
een keel, overal vlakheid en spinnend garen
slaap, langer dan nacht, alle vermomde dagen die
voortgaan met verstrijken
er dient zich een horizon aan, samengevloeid
met watervelden en aardeloze damp
een opperland in laagte, zichtbaar als herhaling,
zwijgbaar ingeslikt, naadloos zelfs