Teder.
Opeens dat woordje
in gedachten
bepaald geen alledaags begrip
midden in de
nacht geboren
even ontsnapt zo aan mijn lip.
Ik moest het even
goed onthullen
waarom dat woord , wat riep het op ?
Niet veel gebruikt
en toch zo lief’lijk
het raakte mij tot op het bot.
Is tederheid aan
het versmelten
in onze hardheid van bestaan
tederheid in het
rumoer verloren
niet van deez ’tijd om voort te gaan.
Het roept iets op
van tere liefde
kwetsbaar, maar schoon van kwaliteit
een reekalfje, een
onnoem’lijk klein bloempje
kijk op een kind aan de wieg gewijd.
Het plaatst mij
in het prille vroeger
mijn moeder zorgend in oorlogstijd
vroeg weduwe
uit ons huis verbannen
vijanden rondom, liefde die verblijdt.
Tederheid , nauw’lijks
te omschrijven
het maakt je in je grootheid klein.
Een noot die trilt
heel hoog en zuiver
uit het verleden als refrein.
th