Ik heb in mijn leven op mijn zintuigen leren vertrouwen,
en ik dacht dat ik daar voor de rest van mijn leven op kon bouwen.
Maar ik heb nu begrepen dat er iets veel belangrijkers is dan mijn zinnen,
en dat iets zit heel diep in mij van binnen.
Want hoe vaak hebben mijn ogen,
ook al zag het er vaak mooi uit mij bedrogen?
En hoe vaak wilden mijn oren,
alleen dat geloven wat ze wilden horen?
Maar ook mijn proeven, tasten en ruiken,
kon ik daar echt niet bij gebruiken.
Ik moest de sluier oplichten over mijn bestaan,
en niet meer ingaan op al die waan.
Door al mijn grieven los te laten die ik had op iedereen,
kon ik de duisternis verlaten waarin ik vaak verdween.
En nu ik in hier kan staan met zelfs mijn ogen dicht,
is het niet meer donker maar altijd licht.