Soms is een blik leeg en verwarrend
Dragen de woorden de lading niet meer
Vallen tranen in het oneindige niets
Verslikt men zich in gevoelens
Keer op keer
Soms kriebelt de huid van alle emotie
Die via de mond het lichaam niet meer verlaat
Neemt de jeuk immens vervelend toe
Voelt het alsof men genageld
Tegen een met spijkers belegde muur aanstaat
Misschien is het dan tijd voor stilte
Misschien is terugtrekken hetgeen dat moet
Misschien mag men dan even schreeuwen
Misschien mag men gaan geloven
Dat deze gekwelde emotie er zeker toe doet
Dus onopgemerkt trekt men zich terug
Voelbaar maar voor een ander niet in het zicht
En als die ander het dan begint te zien
Is het reeds te laat
Want dan zijn alle toegangswegen
In het holst van de nacht
gedicht