Paria
Als een vogel op zijn vlucht, gedreven op de wind.
Een oneindige reis, geen mens weet waarheen.
Dagen lengen, daar waar de stilte jouw eenzaamheid verhult.
Levende van de lucht of van wat ze jou geven,
je wilt zo graag leven, maar jouw bestaan is onmogeijk,
immers jij verkiest jouw vrijheid, nu ben jij een Paria in jouw
eenzaamheid. Geen mens zie immers jouw verdriet, je bent vergeten
en verloren.
Geen mens weet van jouw pijn, niemand kent jou.
Niemand kent jou verdriet. Je huilt immers alleen wanneer geen mens het ziet.
Nu roepen ze zie je wel, je bent slechts een Paria!
Marousia (C)