Vervangend.
Zij , Maria en Johannes,
onder ’t kruishout
waar Christus hing en leed.
Hij zag hen aan
vol van erbarmen
sprak woorden die men nooit vergeet.
Johannes , zoon nu
van zijn moeder
zorg voor elkaar , als ik niet meer ben.
Drieluik van zien
van ’t kruis gedropen
waarin ik de hemelse zorg herken.
Hoe anders klonken
deze woorden dan die
uitgesproken in de tijd.
dat men Hem zei , uw moeder wacht U buiten,
ons broeders noemde
moeder daarbij
Ik hoorde nu in beiden liefde uiten.
Zo wordt de hemelspraak
plots helder
in woorden die God sprak benee.
Het schepsel draagt
’t vergevingswonder
onder het kruis telt elk nu mee.
th