steeds was ik de gene die achter je aan bleef lopen
altijd ving ik je weer op als je een fout maakte
of spoorde ik je weer aan als je weer afhaakte
steeds weer bleef ik samen met je hopen
nu gaat het gelukkig goed
toch, uit je mond klinkt geen klank,
dat zou lijken op een dank
maar toch zou ik je weer helpen als het moet
*liefs*