M’n blik is hard en meedogenloos
Ik ben echter niet kwaad, noch boos
Deze gedachten zitten veel dieper
En zijn in elk geval veel zieker
Dit broedt al een eeuwigheid lang
Mijn gevoelens zijn bitter en wrang
Niemand durft me nog aankijken of spreken
Ieders goede bedoelingen zijn al lang bezweken
De pogingen om me te begrijpen of te helpen zijn gestaakt
Als ik vertrek worden er enkel nog zuchten van opluchting geslaakt
Ondertussen wordt het erger en zak ik steeds dieper en dieper
En wordt mijn geest, langzaam maar zeker, zieker en zieker
Na een tijd verdrukt en weggestopt te zijn geweest
In het verste en duisterste hoekje van mijn geest
Is deze oude bekende losgebroken en heeft het me weer in de ban
Een ban waarvan ik me blijkbaar slechts tijdelijk bevrijden kan
De gevolgen van het leven in een “onhoudbare” situatie
Dit is het volgroeide kind van mijn jarenlang opgekropte frustratie
En zolang de oorzaak van die frustratie er zal zijn
Blijf ik zitten met deze steeds wederkerende pijn
Maar de personen uit m’n omgeving kunnen dit niet langer aan
En dat laten ze me ook op een zeer duidelijke manier verstaan
Deze kwelling moet terug diep worden verstopt en verdrukt
En dan tegen beter weten in hopen dat het nu voor altijd lukt