Mijn kaarsje,
Is mijn levenslicht,
Alhoewel het lontje,
Iets is ontwricht.
Brandt hij nog volop,
En steeds feller,
Vlammetje danst vrolijk,
Steeds sneller en sneller.
Mooie dans,
Van geel en rood,
Zal blijven dansen,
Tot aan mijn dood.
Zal hem goed bewaren,
En beschermen,
Soms zal hij zich,
Over een ander ontfermen.
Zoals men dat ook,
Voor mij heeft gedaan,
Zodat wij nog lang,
Zij aan zij kunnen staan.