Traktaat
Vergilius, ouwe jongen, in deze tijden is het appeltje eitje,
literatuur en keukengarnituur gaan hand in hand.
Geef haar een koekenpan en zie wat de meid bereiden kan.
Zelfs het vee blèrt lyrisch mee maar is te
excentriek om melk te kunnen geven.
We zijn allemaal voorzien van koeien, mooie anabolen
runderen. Stuk voor stuk genummerd , gereed om de revue
te passeren, waarna met een beetje geluk
slagers en maten hen staan op te wachten
met een vleugje retoriek in mineur.
Prestatieziek wordt er van anima tot zeus geijld,
vergelijkt zich met jou terwijl shakespeare
zich een keer of drie omdraait maar minimaal
maalt om overtroffen te worden.
Is het dan overschot dat zich het hoogtepunt
van beschaving waant, is semantiek
vervallen tot een kraakpand?
De vogels der muzen, de zingende zwanen van weleer
blijven vooralsnog ver weg, achter de bastion
van het geweten, van de poezie.
Maar wat ben ik meer dan een banaal typetje,
gevoelig voor verloedering van de morfologie.
Vandaag schijnt de zon en denk met weemoed aan jou,
hoe het jou daar aan de zoom vergaat.