De ene voet voor de andere gaat als vanzelf - hij verbaast zacht ongesproken, we lopen waar weg ontstaat, geen haast voor een onzeker volgende toekomst schichtig verandert op een bankje spreekt moedig de eenzame kleurt wangen wit in zijn ogen, wereldwaterende strijken handen langs vergezicht om langer naar een zon te staren knippert ongezien het volle licht waar ik zie door intens glas onbespied, hij weet het niet voelt scherper wat is en was en lacht hij niet dan om 't gelijk al volgen raadgevingen nooit op heb ik hem hier zoveel liever om ondermaans sprankelen kristallen ons hart diepziel samen kan vallen een onbesproken weg verder gaat