De regen schrijnt
de straten blinken
in het donker
schicht de hemel
met het licht
van puur geweld
dreunend tot
het samenraapsel
waar mijn angst
in fascinatie
zit bekneld
-
krachtig
heersend
torst het
eeuwen oude
weer de rafels
langs mijn geest
waar het klein
verscholen
weesje
steeds
dat kind
in zich
terug
leest