Met open handen staat hij daar.
Verslagenheid, in elk gebaar.
Verdriet blinkt in zijn ogen.
Want wederom, heeft ze tegen hem gelogen.
Weer heeft ze gezegd, dat ze niet van hem houd.
Dat ze daarom, niet met hem trouwt.
Dat hij haar moet vergeten.
Dat ze liegt?
Zou ze dit van zichzelf weten?