Onverschrokken, wist jij als eerste wat je deed
Moedig, vastberaden, terwijl je door mijn liefde leeft
Wil jij dat ik vertrouw op jou, je rijkdom proef
Je hand vasthoud
Maar ik wil enkel
Dat jij ook mij, jouw liefde geeft
Want naast jou, ben ik ’t gelukkigst
In mijn euforisch element
Vervaagt de eenzaamheid, de bitterheid
In iemand die ik niet terug herken
Jou grote sterke handen, nemen mijn lichaam voor zichzelf
Voor eeuwig zal jij het blijven
Mijn betere helft
Want alleen, zal ik nooit meer genoeg zijn
Wel sterk, maar veelste klein
Opgezogen door kou en bitterheid
Met de terugkomst van het begrip
“de tijd”
Naast jou ben ik ’t gelukkigst
Vervagen al mijn obstakels met de wind
Wanneer jij mijn hart in brand zet
Is daar waar je mij
’t gelukkigst vind.