Wanneer het loof van de knopjes valten zij vallen in een oranje-gele zee.
Het pad zich lichtjes versmalt
begeleiden zij mij op mijn odyssee.
Want ze is het waard
om voor te strijden
mijn hand in de hare laat glijden
welk nog in mijn geheugen staat
Zoals de wind dan de bladren doet waaien
Ik aan haar denk, die mooie minuten en uren
Dat ik haar ruik, hoor en terug zie zwaaien
ik eindeloos naar haar pracht mag turen
En zij zich dan plots op mij laat kaaien
Trotseer voor haar deze avonturen.