In het ochtendgloren
vangt de oude eik
het zonlicht
al meer dan honderd jaar
een zacht zuchten van de wind
blaast een glimlach
tussen bladeren nog groen
takken bewegen
waar vogels heen en weer tjippen
er zich veilig voelen
de oude eik
hij beschut ons
geeft ons schaduw
draagt ons hart
gekerfd
in zijn bast
hij waakt statig als immer
zelfs in dagen van herfst
en komende stormen
draagt vruchten
eikels die onze herfsttafel sieren
biedt ook heel veel troost
in een warm omarmen
van zijn stam
voelt hij het kloppen van je hart
leest hij je ziel
droogt hij juist jouw
ongeschreide tranen