stil is het verlangen
naar die grenzeloze strandvlakte
waar sereniteit nog met vroegte wegwandelt
op een uitgestrekt aards maanlandschap
vol kraters gevuld met het zoute water
de kleine spiegels van een eindeloze machtige zee
vergezeld worden
door golven, wier en schuim
een wind die meeuwen weer laat pirouetteren
heuvels en duinen, ze lijken weer echte bergen
schelpen kleven als ornamenten aan het vormrijke zand
dat een warm deken vormt voor scholeksters en strandlopers