Charelke Bock verdronk in zijn laatste pint
Geen onverwachte dood, zo leert
Want wie de drankduivel bemint
Wordt door hem verteerd
Hikkend en lallend komt Charelke in het godenland
Melanie Borrelmans kent haar papen
Ze legt Charelke in haar ledikant
Om zijn roes uit te slapen
Brommend en snurkend ligt hij in haar hemelledikant
Met een droge lever en een houten kop
De zwarte duivel op zijn bedderand
Met zijn houten hamer klopt erop
Charelke Bock zit aan de toog
Hij bekijkt scheel zijn lege glas
En lalt dan met een dikke tong en wateroog
Ik wou dat dit glas vol bier was.