Liefst krijgt zij haar vocht
verneveld in de lucht, beschut
tegen teveel licht in de vorken
van de hoge bomen in het woud
In de huizen is het vaak te droog
te koud, te licht, blad wordt zwart
Soms praat ik badinerend met haar
omslachtig de ene tegen de andere exoot
Zij ruist wat met haar blad en bloem
dan herhaal ik wat zij zegt en geef
antwoorden, die zij graag hoort
zij houdt van mijn adem op haar huid