Het komt voor, handen rusten
zacht op wilde haren, woelen
gedachten, steigeren merries
hoefgetrappel in het zweet
van kort onrustige nachten
Morpheus in geen velden of wegen
te bekennen, hij verlokt stilte
fluistert lichte sluimer, wentelt
drapeert ledematen rond groen
geboren bomen, ijdel gebaren
van slaap zoete dromen, instinct
omfloerste belofte onbezonnen
in te rennen, spreekt beroert stilte
het komt voor, handen rusten
op wilde haren, zacht opdat
de belofte van nacht blijft staren
vrijgevochten lente is begonnen