Uit de manke jager20
Driehoek misschien
De lijn. De vogel die
van boom te boom vloog,
hij maakte een lijn. Een niet
zichtbare lijn, totnogtoe.
Waar hij ook keek, hij
maakte lijnen daartussen met
een jubelend hart. Waarom
maakte dit hem blij?
Een vraag die opkwam
uit het niets, niet gewoon
bracht verwondering. En
tevens een schroom.
Hij zou willen lopen,
maar het kon niet, zijn
been! Hij was verplicht bij
de dingen te blijven.
Overweldigend voor
z'n arme hoofd, hij zag
wat het hem deed, het
maakte hem onrustig.
's Avonds bedaard van
de dag zijn belevenissen,
zag hij de lichten weer
samen daarboven.
Die hij verbond als
onafscheidelijk. Alles kon
hij verbinden. Alles. Neem
nou die boom.
De boom die daar
stond, en bij verbond in
z'n geest. Perplex, hij moest
het tekenen in het zand.
Hoe moest hij het
noemen, het had geen
naam, het had nog geen
naam. Driehoek?
Driehoek misschien, de basis van
alle vlakke vormen?