't prilste leven
jou gegeven
brengt je van je stuk
zo klein, zo'n groot geluk
onvolgroeid mensje
in jouw buik gedragen
wij koesteren dit wensje
wij bidden en wij vragen
dat dit wonderkindje klein
zo teer nog, in jouw buik
straks een voldragen mens zal zijn
waar liefde in ontluikt