Een vrouw kan zo in lichamelijkheid verzinken
afstand nemen van elk woord en gebaar, denken
aan het pellen van een ui even voor het snijden
innig tevreden met scherpe en gekruide geuren.
Als vanzelf ontwikkelen zich trage waterlanders
parels van de ziel van angsten bevrijd.
Haar paarse tong likt een zilveren traan
uit haar roodgestifte mondhoek vandaan
opnieuw de smaak van zout en oud.