Mijn woorden waaien als zand
over jouw heupen, als ik mijn gezicht
achter je rug verstop.
Gevoelloos blijft mijn hand
zonder jouw warmte, met mijn ogen dicht
de wereld op z'n kop.
Ik mis je zonder te weten
wie je bent, of waarvandaan
ik jou zou kunnen zien.
Echt verdriet mag het niet heten
dacht ik nog, en toch die traan
die viel vanzelf misschien.