Manna.
De woestijn Sin
Het volk had honger
God schonk hen manna dag na dag
Alleen voor de sabbat
Lag er dubbel
De sabbat was dag vol ontzag.
Hij, Christus , zei, Ik
ben het brood des levens
Hij gaf ons deze morgen brood en wijn
Om te gedenken
Aan Zijn lijden
Als dank , wetend bevrijd te zijn.
Zij waren in Hem
Uitverkoren
Te komen in het Beloofde land
Wij mogen weten
Uit genade
Gegraveerd te zijn in Christus Hand.
Hij troont als een
Verrezen Heiland
Aan de rechterzijde van Gods troon
Wij mogen delen in
Die verrijzing
Ons toe geschonken door de Zoon.
th