“Dubbelgevouwen op elkaar”
De grond is vloeibaar. Je tekent bogen.
Engel, engel, hallo lieve engel.
Kaarsvet smelt langzaam in de oven.
Hard geneukt tussen de wilde wolven.
De maan veinst, blauwe bomen slapen.
De taal is wakker en het is amper ochtend.
Donker grijze gordijnen, oranje licht.
Alleen praten we in dromen.