Ik zonk onder de schoonste zomerluchten
...
God wat ben ik leeg
en ik zweeg
ik zweef zwijgend weg
staar naar het beleg
van mijn eigen ziel
Kronkelend als een slang,
gevangen
onder een brandend hemelgewelf
reflectie van mijzelf
waar elke grijze wolk wordt ontvangen
als een teken van genade.
De druppels zakken glinsterend omlaag
in de dorre aarde, traag
gestaag de diepte in
- en ik heb geen zin
geen zin meer te hebben.
Liefde is nooit genoeg
maar het is te vroeg
in de morgen
te vroeg voor zulke zorgen,
dus staak het pogen,
en sluit je ogen
sluit je ogen, mijn lief -
Zoek de schaduw.
Vind de koelte in vergetelheid.