Hoopvol sprankje wind Warmte en schaduw in dagen van zonnen De zomer die uit lente is ontsprongen Het strand is van het spelende kind Zand voor zijn kastelenrijk Het zeewater ligt al op de loer In de verte waar zo-even nog een bootje voer Vliegen meeuwen met velen tegelijk Duinen zijn vervlochten met helmgras De lucht verspreidt zuiver en doordringend blauw Uitgestrekt laken zonder vuiltje of vouw Het gouden licht dat zorgeloos baadt in een heldere, rimpelloze plas