Kleurrijk Een moeder speelde met haar kind beiden goed gezind het kind zat lekker op haar schoot speelde met een blauwe boot en ook nog met andere spullen kroeshaar vol krullen een kleed in ’t rood schoudertjes bloot een pakje in ’t geel een kleurrijk geheel daar op die bank onder de groene boom aan de oever van de stromende stroom ze keek met een stralende lach en kleurde zo zijn dag