Zwartgallig Er bestaat een zwartgalligheid in mij waar ik comfortabel vertrouwd met ben ik stel me beschikbaar aan zijn grillen wanneer hij ontwaakt uit zijn winterslaap Het is mijn tweede natuur, schenkt me perspectief zwaarmoedig, pessimistisch en melancholisch maar ik kan het niet missen, het begeert me net zozeer ik naar hem verlang Soms zoek ik zijn aanwezigheid op en aanbid de prins van duisternis Het sluit me in zijn morbide armen en voelt onverklaarbaar genoeg, levendig aan ik mag dan een uitzondering op de regel zijn in een leven dat ontzield is van bezieling vind verval, verderf en teloorgang steeds weer zijn weg naar mij en andersom Ik kleur perspectief in grijstinten maak levenloze portretten van de gehavende psyche Ik verwelkom zowel licht als duister als een expressie van mijn innerlijke puzzel