Nu dat hij na 'n bloedanalyse,
CT, FDG, FET en PETscan
darm, maag, urine, excrement
borst, longen, nieren, teeltbal onderzoek,
zich nog beroerder
en zieker voelde dan
toen hij in 't ziekenhuis
voor 'controle' binnenging,
eindelijk kreeg te horen
dat er niets mis was met zijn gewrichten,
geen enkele schakel in zijn ruggewervelkolom
was verzwikt of verschoven,
de artrose zich had gestabiliseerd
tot op het nivo van een stijve nek
en er van een lumbago geen sprake kon zijn,
al voelde hij sinds kort..
in zijn onderste rug die verlammende pijn ..
bleken er wat vlekken op zijn longen te zitten,
had zoiets als een mysterieuze kanker
zich inmiddels op 't bot en beenmerg gezet,
vandaar die steken in 't onderlijf..
de hamvraag was nu hoe snel of aggressief
die vreemde indringer zich zou nestelen
in andere vitale organen,
was 'n ondraaglijk vooruitzicht
met één been in 't graf te staan,
waarmee hij dagelijks liep te prakkezeren,
en ook geen raad noch oplossing wist,
tenzij uit zijn krammen te schieten
bij voorbaat tegen zijn eigen vrouw
die spijts haar tranen en medeleven,
nu heel 't gelag mocht betalen,
want had zij niet aangedrongen,
laat je tenminste onderzoeken,
dan weet je waar je aan toe bent ?
de tijd die me nu nog rest
doe 'k mooi wat ikzelf graag wil !
je kan de boom in met je gezeur en gejammer,
nu krijg je met mij te maken,
gedaan met brave Jan te spelen !
alles wat je me wilde verbieden
goed of kwaadschiks onthouden ...
nee, je bent nog niet van me af !
beet hij haar toe, ziedend,
'k spring desnoods voor een trein
'k ga valschermspringen,
'k doe de meest domme dingen,
of 'k ga naar de hoeren !
's nachts stond hij op
goot zich vol met dure wijn
en om 't nog bonter te maken
dan 't al was,
begon hij ineens weer verwoed te roken
ook al hadden de dokters
om erger te voorkomen,
dat ten strengste verboden,
tot ze hem gorgelend en hoestend
de darmen uit zijn lijf proestend,
ineens na een korte bonk,
levenloos starend naar 't plafond
beneden in de keuken vond,
de ogen wijd opengesperd vol wrok
de handen naar iets onzichtbaars
in ware doodsverachting grijpend,
om haar, de dokters, eender wie,
de keel toe te knijpen,
als wou hij nog iets uitschreeuwen,
iedereen van zijn ellende de schuld geven,
van zie nu wat er van komt,
altijd anderen te willen ontzien,
op waardering en liefde blijven hopen
braaf binnen de krijtlijnen lopen
van die dagelijkse, ondankbare,
verdomde routine en plicht !