Een leeuw
er liep een leeuw in het park
die was moe en deed een ferme gaap
een man dacht, die gaat mij bijten
en begon meteen in zijn broek te schij…
de leeuw legde zich onder een boom
verdween snel in een droom
en droomde van lekkere hapjes
produceerde lieflijke smakjes
likte vol smaak zijn lippen
alsof hij lag te bikken
schrok wakker van een fietsbel
gaf de fietser een ferme lel
de fietser klingelde fors de bel
de leeuw dacht, dat word hier de hel
brulde koninklijk zodat allen schrokken
dacht, hier vind ik geen brokken
de leeuw vertrok in gestrekte pas
het was of hij er nooit was
behalve voor de man die in zijn broek schee…
en de fietser die in de bel beet
ela