Mijn bootje is lek.
Het zit me niet lekker.
Mijn bootje is lek,
en wordt almaar lekker.
Het hout zit vol worm,
het zeil vol met motten.
Het dríjft dan wellicht,
maar ’t wil niet echt vlotten.
De prijs is betaald,
heel grif, zonder dralen.
Nu zal ik er dra
de prijs voor betalen!
Een koopje, die som,
een schijntje, een prikkie.
Nu weet ik waarom;
hij is lek, en geen tikkie!
Met stopwol, verbanddoos
en kranteberichten
probeer ik wanhopig
de gaten te dichten,
doch merk tot mijn huiver:
mijn ijver mist doel,
omdat ik gedurig
méer nattigheid voel.
Het sijpelt niet langer;
de straaltjes zijn stromen.
Die vloed moet gekeerd,
maar helaas, hij blijft komen.
Tien mijlen van land af,
geen redding nabij.
Ik ga, zo voorspel ik,
ten onder hierbij!
Ik hield altijd van water.
Vervloek het nu zeer.
Ik wil graag wat minder,
maar verzuip in het meer…
© Vin 2017