Uit de manke jager42
Intstinctieve eerbied
Ik had gekeken en
verwerkt, zij konden dat nog
niet en leefden zoals het
tevoren was gegaan.
De driften die ons
aanspoorden, de honger die
ons voedsel deed zoeken, de
geuren die ons ophitsten.
Maar geen enkel
kwam op het idee een
drift te voelen die niet opstak.
Niet altijd was de tijd.
Een jong te willen,
hij was altijd bereid. Maar
zij knauwde en grauwde. Zij
snauwde, tot de tijd!
Dan daagde zij uit en
liep dan speels weg, hij
moest haar achterna, niet
zonder moeite. Geveld
met zijn sterke dijen, nam
hij haar. Hij mocht haar nemen,
de tijd was daar. Haar blink-
ogen hadden hem verleid.
Zij werd nukkig en
hield zich apart en zocht om-
arming. De zure haring moest
nog (uit)gevonden worden.
De machtige omvang
van haar buik, zei het hem.
Instinctieve eerbied over-
kwam hem als vanzelf.
Waardoor zij de drang
op afstand kon houden. On-
verklaarbaar die vanzelf
komende eerbied.
Op 'een' tijdstip was het er. Op de wereld gekomen en krijsend voor het eerst de zon waargenomen.