De dagen worden korter.
Je gaat in het donker naar je werk,
en je komt in het donker thuis.
Alles daar tussen in, is het even licht.
De wolken die verdwalen, die de zon al weer komen halen.
Om 4 uur zet de schemer in en hebt je eigenlijk al zin,
zin om voor de kachel te zitten met warme chocomelk,
met een goed boek en je vriendinnen.
De radio aan die de kerstsfeer doet brengen.
De dagen worden korter.
De nachten blijven even lang.
Morgen is het weer vroeg dag, al merk je daar zelf niks van.
De maan schijnt nog als je in de auto stapt.
Je denkt nog, wat is het vroeg terwijl je op het gas trapt.
Om 4 uur zet de schemer van de dag al weer in.
Dan is de dag nog lang niet om.
Maar het daglicht heeft er geen zin meer in.
De grauwe wolken komen voorbij en je denkt, was ik nu alvast maar vrij.
De dagen worden korter
Dat hoort nu eenmaal bij de winter.
Soms vindt ik het heerlijk.
Soms vindt ik het wat minder.
Alles heeft zijn voor -en nadelen.
De avonden zijn prima.
Maar de uren tussen 4 en 6 duren in de winter net te lang.
Het enige wat we niet kunnen regelen zijn de seizoenen ben ik bang.