Te vaak.
Te vaak is het
Here
dat wij kijken naar hier
naar wie ons
zijn ontvallen
als staan op de pier.
Waar het afscheid
zo schrijnend
ons pad heeft gekruist
wij wat zwaaien
en turen
waar de liefde verhuist.
Waar de tranen vloeien van eigen verdriet
gaat de warmte van U in het ik zijn teniet
Te vaak toch
ontgaat ons
die bestemming, dat doel
van het eeuwige
wel zijn
rond het staan bij Uw stoel.
Valt de vreugd
van bereiken
in de roes van verdriet
van de eigen
begrenzing
In de ban van nog niet.
Heer dat de liefde Voor hem of voor haar
Het besef doet herrijzen van Uw Godd’lijk gebaar.
th